makerij
makerij - Zelfstandignaamwoord 1. locatie waar iets wordt vervaardigd 2. soort voorwerp dat wordt vervaardigd Woordherkomst Naamwoord van handeling van maken met het achtervoegsel -erij
Wiktionary (2019)
makerij - Zelfstandignaamwoord 1. locatie waar iets wordt vervaardigd 2. soort voorwerp dat wordt vervaardigd Woordherkomst Naamwoord van handeling van maken met het achtervoegsel -erij
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. het maken, vervaardigen van iets: dat is nog een hele makerij, niet gemakkelijk te maken; — dat is nog in de makerij, moet nog gemaakt worden; (ook) bestaat nog niet; — schoenen in de makerij geven, ter reparatie; 2. mv. (-en), (in samenst. afl.: azijnmakerij e.d.) plaats waar iets gemaakt wordt.
Jozef Verschueren (1930)
(kə'rij) v. (-en). 1. Eig. het maken : dat is nog in de-, moet nog gemaakt worden ; iets in de geven, om te herstellen. 2. Metn. plaats waar iets gemaakt wordt, alleen in samenstellingen : schoen.
J.H. van Dale (1898)
Makerij v. het maken, vervaardigen van iets dat is nog eene heele makerij, niet gemakkelijk te maken; — dat is nog in de makerij, moet nog gemaakt worden, (ook) bestaat nog niet; — schoenen in de makerij geven, ter reparatie; — mv. (-en), plaats waar iets gemaakt wordt, doch alleen in samenstellingen (b. v. azijnmakerij, wagenma...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: