Wat is de betekenis van maffen?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

maffen

slapen. slapen. Voorbeelden: Hij is klaarwakker. Maar in het pension blijft het verder heel rustig. De overige gasten liggen vermoedelijk nog vredig onder de bijeengescharrelde voddelappen te maffen. Andreas Roels, Hete zeeprikkels, 1984 Er viel een stilte. 'Ik vrees dat we door onze gespreksstof zitten,' zei Buddy....

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

maffen

(1882) (oorspr. Barg. en sold.) slapen. Afgeleid van 'maf' in de betekenis van 'suf'. Syn.: op de lijn ab* gaan liggen; naar het wit bal* gaan; z'n eige van binnen* bekijken; de binnenkant* van zijn oogleden bestuderen; naar Bovekerke* gaan; brenzen*; bronzen*; crashen*; dolmen*; dormen*; golemen*; horizontaal* gaan; ibo'en*; achter Kaap* Kont ligg...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

maffen

maffen - Werkwoord 1. (inerg) (informeel) in toestand verkeren waarbij de ademhaling dieper en trager verloopt, en de hartslag trager, en er minder energie wordt gebruikt Hij is gister uit geweest en nu ligt hij nog te maffen. Synoniemen slapen

2024-04-26
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

maffen

slapen In 1897 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke geeft als voorbeeldzin: ‘Een heitje betalen voor maffen is zonde; je hebt er 5 werkeloozen voor’ (‘een kwartje betalen om te slapen is zonde, daar heb je vijf grote b...

2024-04-26
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Maffen

Maffen - slapen. Ontleend aan het Bargoens. Syn.: meuren, pitten, schimmelen, keveren.

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

maffen

maffen - regelmatig werkwoord uitspraak: maf-fen 1. in een toestand zijn dat je niets van je omgeving merkt ♢om twaalf uur lig ik al twee uur te maffen 1. maf ze! [slaap lekker!] Regelmatig...

2024-04-26
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

maffen

(< maf, suf), slapen: Parooll.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Maffen

v., maffe.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Maffen

(mafte, heeft gemaft), (gemeenz.) slapen: hij ligt zeker weer te maffen; maf ze, slaap lekker.