Wat is de betekenis van Maatstok?

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

maatstok

duimstok; stokkie waarmee dirigent maat slaan.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Maatstok

s., mjit-, jelnestôk.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Maatstok

m. -ken), 1. duimstok; 2. stokje waarmee een dirigent le maat slaat.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

maatstok

m. maatstokken; stokje, regel ter bepaling van een lengtemaat, duimstok; muz. stokje, waarmee de dirigent de maat slaat.

2024-04-29
Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Maatstok

zie Dirigeeren.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

maatstok

m. (-ken) 1. stok om mee te meten 2. Muz. stok om de maat mee te slaan.

2024-04-29
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Maatstok

Maatstok - O. a. een stok om lichaamsmaten bij huisdieren te meten. Bij het paard gebruikt men een m. met een galg, die in den stok verborgen kan worden, zoodat de m. als wandelstok dienst kan doen. Met dezen m. wenscht men alleen de schofthoogte te meten. Bij runderen neemt men verschillende maten: romplengte, schofthoogte, borstdiepte, kruishoogt...

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

maatstok

m. (-ken), 1. duimstok; 2. stokje waarmee een dirigent de maat slaat.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)