maandaghouder
(19e eeuw) (Amsterdam, inf.) iemand die op maandag zijn werk verzuimt omdat hij een kater heeft; dronken werkman. Zie ook: maandag houden. • Van de zes dagen, die de ambachtsman wekelijks werkt, worden er, op die wjze, twee vermorst, en voor den Maandag-houder blijven slechts twee derde gedeelten van zijne inkomsten over, om de geheele week me...