luwte
luwte - Zelfstandignaamwoord 1. een windloze plek ♢ Hij zit in de luwte. Woordherkomst Afgeleid van luw met het achtervoegsel -te. Verwante begrippen luw, luwen
Wiktionary (2019)
luwte - Zelfstandignaamwoord 1. een windloze plek ♢ Hij zit in de luwte. Woordherkomst Afgeleid van luw met het achtervoegsel -te. Verwante begrippen luw, luwen
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-n), 1. plaats waar men tegen de wind beveiligd is : hier zitten we in de luwte ; 2. zoelte.
M. J. Koenen's (1937)
v. luwten; het beschut zijn tegen de wind; windvrije plaats; ook: zacht weer: in de luwte van dat dennenbos uitrusten.
Jozef Verschueren (1930)
(‘luwtә) v. (—n) I. Eig. het beschut zijn tegen de wind: de opzoeken. II. Metn. 1. windvrije plaats: in de van een dennenbos. 2. zacht weer zonder wind: zomerse -n.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v. (-n), 1. plaats waar men tegen de wind beveiligd is, plaats met weinig of geen wind: hier zitten we in de luwte; 2. zoelte.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: