Wat is de betekenis van luwte?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

luwte

luwte - Zelfstandignaamwoord 1. een windloze plek Hij zit in de luwte. Woordherkomst Afgeleid van luw met het achtervoegsel -te. Verwante begrippen luw, luwen

2024-04-28
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Luwte

Luwte - gebied zonder wind aan de lijzijde van geboomte, gebouwen e.d.

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Luwte

s., smoutte, lijte, lij (it); in de yn, op ’e smoutte, lijte; — geven, smoutsje.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Luwte

v. (-n), 1. plaats waar men tegen de wind beveiligd is : hier zitten we in de luwte ; 2. zoelte.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

luwte

v. luwten; het beschut zijn tegen de wind; windvrije plaats; ook: zacht weer: in de luwte van dat dennenbos uitrusten.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

luwte

(‘luwtә) v. (—n) I. Eig. het beschut zijn tegen de wind: de opzoeken. II. Metn. 1. windvrije plaats: in de van een dennenbos. 2. zacht weer zonder wind: zomerse -n.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

luwte

v. (-n), 1. plaats waar men tegen de wind beveiligd is, plaats met weinig of geen wind: hier zitten we in de luwte; 2. zoelte.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten