Wat is de betekenis van Luwen?

2024-04-29
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Luwen

Zie Luwe

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

luwen

luwen - Werkwoord 1. ergatief minder hard gaan waaien, minder hevig worden Ik denk dat het morgenochtend wel weer zal gaan luwen. Verwante begrippen luw, luwte

2024-04-29
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Luwen

m -> Luwe.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Luwen

v., bida(e)rje, bikomme, lizzen gean.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Luwen

(luwde, heeft en is geluwd), I. onoverg. 1. stiller worden, minder winderig zijn; 2. (fig.) bedaren, kalmer worden: de geestdrijt is geluwd; II. overg., 1. beschutting geven (tegen de wind); 2. (fig.) tot bedaren brengen : dat is met geen argumenten te luwen.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

luwen

luwde, heeft geluwd; van de wind: stiller of stil worden; fig. zijn ijver is aan ’t luwen, afnemen; de vriendschap kan luwen gaan.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

luwen

(luwde, is geluwd) 1. stil(ler) worden : het onweer bedaart en luwt. Syn. ⟶ afnemen. 2. minder worden : zijn ijver is aan ’t -; de reaktie is geluwd.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

luwen

(luwde, heeft en is geluwd), I. (onoverg.) 1. stiller worden, minder winderig zijn; 2. (fig.) bedaren, kalmer worden: de geestdrift is geluwd; 3. zich als iets luws voordoe II. (overg.) 1. beschutting geven (tegen de wind); 2. (fig.) tot bedaren brengen: dat is met geen argumenten te luwen.