lumbaal
lumbaal - Bijvoeglijk naamwoord 1. (medisch) met betrekking tot de lende, het lage deel van de wervelkolom Woordherkomst afgeleid van het Latijnse lumbus (lende, lendenen) met het achtervoegsel -aal
Wiktionary (2019)
lumbaal - Bijvoeglijk naamwoord 1. (medisch) met betrekking tot de lende, het lage deel van de wervelkolom Woordherkomst afgeleid van het Latijnse lumbus (lende, lendenen) met het achtervoegsel -aal
Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)
Bij de lendenwervels, onder in je rug (uitspraak: lum-BAAL). Bij een lumbale verdoving (‘lumbale punctie’) krijg je een ruggenprik, een prik (injectie) in het ruggenmerg, achter je ruggengraat. De zenuwen die daar lopen, worden dan gevoelloos. Daardoor voel je tijdens de operatie niks meer in je benen en je onderbuik, maar je kunt wel nog alles zie...
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Lat.), bn.. tot de lendenen behorend, de lendenen betreffend : Iumbale punctie, het aftappen van lumbaal vocht met een holle naald uit de ruggemergsholte.
Jozef Verschueren (1930)
(lum'ba:l) bn. (...bale) en bw. ([Lat. lumbus, lende] van, betreffende de lendenen : een lumbale punktie.
Dr. Ch. Bles (1929)
tot de lendenen behoorend. Lumbaalpunctie, punctie in de ruimte tusschen ruggemerg en zijn vliezen. Lumbaal-anaesthesie, gevoelloosheid van het onderste deel van het lichaam door inspuiting van zekere vloeistoffen tusschen de ruggemergsvliezen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: