luimkeet, luimkit, luimspiese
(1731) (Barg.) nachtlogies; overnachtingsplaats; slaapstee. Kijk ook onder luimen*. • Slaapstede: Luimkit. (Nicolas Racot de Grandval: Nederduitsch en Bargoens woordenboek. 1743) • Luimkit, slaaphuis. (Onze Volkstaal. Deel 3. 1885. Alphabetische Woordenlijst van het Bargoensch) • Luimkeete: logement. (Jac. van Ginneken: Handboek de...