Wat is de betekenis van Luimeren?

2024-05-01
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Luimeren

(luimerde, heeft geluimerd), (Zuidn.) luimen (II).

2024-05-01
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Luimeren

Luimeren (luimerde, heeft geluimerd), (Zuidn.) luimen.

Gerelateerde zoekopdrachten