Wat is de betekenis van luidspreker?

luidspreker - Zelfstandignaamwoord 1. (elektrotechniek) toestel waarin elektrische energie in akoestische energie wordt omgezet, gewoonlijk om muziek en stemgeluid te verspreiden Woordherkomst samenstelling van luid en spreker

luidspreker - zelfstandig naamwoord uitspraak: luid-spre-ker 1. apparaat dat geluid versterkt ♢ door de luidsprekers konden we de toespraak goed horen Zelfstandig naamwoord: luid-spre-ker de luidspreker ...

(m.), apparaat waarin elektrische signalen worden omgezet in akoestische signalen.

Luidspreker is dat gedeelte van een apparaat, waardoor een communicatie-uiting in gesproken woord en/of geluid ten gehore wordt gebracht. Voorbeelden: radiotoestel, TV-toestel, grammofoon, CD-speler, omroepinstallatie, taperecorder, megafoon, walkman e.d.

luidspreker verwijst naar dat gedeelte van een apparaat, waardoor een communicatie-uiting in gesproken woord en/of geluid ten gehore wordt gebracht. Voorbeelden: radiotoestel, TV-toestel, grammofoon, CD-speler, omroepinstallatie, taperecorder, megafoon, walkman e.d.

apparaat dat, aangesloten op een versterker, elektronische signalen omzet in geluid.

luidspreker - Toestel dat langs elektronische weg versterkt geluid verspreidt.

zet elektrische trillingen om in geluid. Omroep -ontvangers zijn meestal uitgerust met een elektrodynamische luidspreker, omdat hiermee het gemakkelijkst natuurgetrouwe weergave is te bereiken. De luidspreker bestaat uit een frame waaraan een ijzeren juk is bevestigd. In dit juk bevindt zich een magneet waaromheen een vrijhangende spoel, die...

toestel wat die geluid versterk weergee.