Loshakken
(hakte los, heeft losgehakt), 1. door hakken losmaken: kolen in de mijnen loshakken; 2. op iem. loshakken, er wild op losslaan.
Van Dale Uitgevers (1950)
(hakte los, heeft losgehakt), 1. door hakken losmaken: kolen in de mijnen loshakken; 2. op iem. loshakken, er wild op losslaan.
Jozef Verschueren (1930)
(hakte los, heeft losgehakt) 1. door hakken losmaken: het ankertouw, de grond -. 2. wild slaan: erop -.
J.H. van Dale (1898)
Loshakken (hakte los, heeft losgehakt), door hakken losmaken: den grond om een boom loshakken; het ijs in de slooten loshakken; — op iem. loshakken, hem met het zwaard aanvallen en er wild op losslaan.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: