Wat is de betekenis van loopvarken?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Loopvarken

o. (-s), jong varken dat niet vetgemest wordt en dat men laat lopen.

2025-07-16
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

loopvarken

(1970) (inf.) iemand die altijd honger heeft. • Loopvarken (iemand die altijd hongerig is). (De Volkskrant, 14/09/1970) • Het populairste is nog het varken, vooral als symbool van vraatzucht: mestvarken ‘figuurlijk gulzigaard, lekkerbek’, loopvarken ‘iemand die altijd honger heeft’, en - in een gespecialiseerde be...

2025-07-16
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Loopvarken

naam v/h jonge varken voordat het gemest wordt.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

loopvarken

v./m. (-s), loper.