Wat is de betekenis van Loopbeen?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Loopbeen

o. (-deren), lang pijpbeen der vogels, ontstaan uit de vergroeiing van een deel van de voetwortel en een deel van de middelvoet.

2025-07-17
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Loopbeen

noemt men bij vogels dat gedeelte in de achterpooten, dat ligt tusschen het hielgewricht en de teenen. Het is een lang, pijpvormig been, dat ontstaan is uit de vergroeiing der onderste rij voetwortelbeentjes met de middelvoetbeentjes.

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

loopbeen

('lo:b) o. (-deren) onderste deel van de poot van een → vogel: doe een ring om het van de kip.

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

loopbeen

o. (-deren), lang pijpbeen van vogels, ontstaan uit de vergroeiing van een deel van de voetwortel en een deel van de middenvoet.

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Loopbeen

Loopbeen o. (-deren), lang pijpbeen der vogels, ontstaan uit de vergroeiing van een deel van den voetwortel en een deel van den middelvoet.

Gerelateerde zoekopdrachten