loonlijst
loonlijst - Zelfstandignaamwoord 1. lijst met de namen van de werknemers van een bedrijf en hun lonen Woordherkomst samenstelling van loon en lijst
Wiktionary (2019)
loonlijst - Zelfstandignaamwoord 1. lijst met de namen van de werknemers van een bedrijf en hun lonen Woordherkomst samenstelling van loon en lijst
Marc de Coster (1998)
ik sta niet bij jou op de - (hoor) ik hoef van jou geen bevelen aan te nemen. Schertsende repliek op een bevel iets te doen.
Getty Research Institute (1990)
loonlijst - Overzichten, soms in boekvorm, waarin de namen van diegenen die op een bepaald tijdstip recht hebben op een financiële vergoeding, alsmede de hoogte van de te ontvangen bedragen, worden vermeld.
M. J. Koenen's (1937)
v. loonlijsten (officiële lijst met de namen der werknemers en de hun uitbetaalde lonen): de loonlijsten bijhouden.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Aldus worden genoemd de formulieren, die benut worden als basis voor de premiebetaling voor de wettelijke ongevallenverzekeringen [Ongevallenwet (O.W.) 1921 en Land- en Tuinbouw Ongevallenwet (L. en T. O. W.) 1922] en voor de ziekengeld-verzekering [Ziektewet (Z. W.) 1929]. Halfjaarlijks moeten de l. worden ingezonden aan de vsch. uitvoeringsorgane...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: