Longkruid
o., 1. plant van de familie der ruwbladigen (Pulmonaria officinalis), die vroeger bij longziekten werd gebruikt; 2. soort van korstmos (Peltigera canina).
Van Dale Uitgevers (1950)
o., 1. plant van de familie der ruwbladigen (Pulmonaria officinalis), die vroeger bij longziekten werd gebruikt; 2. soort van korstmos (Peltigera canina).
Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)
(Pulmondria offidnalis). Kruidachtige plant behorend tot de familie der ruwbladigen met eironde bleekgroen gevlekte bladeren en rode bloemen, die op het eind van de bloei paars verkleuren. Komt van nature waarschijnlijk weinig in Nederland voor. Is in het verleden echter op diverse plaatsen op landgoederen uitgeplant (zg. stinseplant). Komt...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
drs. L.A. Beeloo (1981)
een voorjaarsplant uit bos en tuin met ruige, witgevlekte bladeren. De bloemen zijn eerst rood en worden later blauw. Het longkruid werd vroeger als geneesmiddel tegen longziekten gebruikt.
Ernst Meyer Camberg (1981).
(Pulmonaria officinalis): harige plant. Het kruid zonder de wortel wordt tijdens en na de bloeitijd als long- en hoestmiddel gebruikt. Slijm- en kiezelzuurgehalte zijn daarbij doorslaggevend. Ongeveer 4 g per dosis, meestal in theemengsels.
Gerben Abma (1976)
(Pulmonaria officinalis, Fr. longkrûd) Stinsplant, ook in tuintjes gekweekt. Zie ook Stinsplanten.
Veerman (1954)
Laagblijvende kruidachtige planten met violet-blauwe of rosé bloemen, soms met gevlekt blad, vroegbloeiend, geschikt voor schaduw (z. Pulmonaria).
John Kooy (1933)
in boschachtige streken groeiende plant met spitse hartvormige bladeren; komt in Ned. weinig voor.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: