Wat is de betekenis van lonen?

2023-12-11
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lonen

lonen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord loon

2023-12-11
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

lonen

lonen - regelmatig werkwoord uitspraak: lo-nen 1. iets opleveren wat de kosten of de inspanning waard is ♢ werken in een supermarkt loont niet, vind ik 1. dat loont de moeite niet [het is de moeite...


Direct alle 11 resultaten bekijken?

Start nu je gratis proefperiode!

2023-12-11
Nederlandse economie begrippen

Centraal bureau voor de Statistiek (2003)

Lonen

De beloning van werknemers voor geleverde arbeid inclusief de belastingen en premies ten laste van de werknemers, maar exclusief de sociale premies ten laste van werkgevers. Dit omvat ook de 'auto van de zaak' en andere vormen van beloning in natura.

2023-12-11
Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Lonen

Zie: →Arbeidsomstandigheden 1.

2023-12-11
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

lonen

lonen - Te gebruiken voor de vergoeding, meestal in de vorm van geld, die aan werknemers wordt betaald voor het verrichten van de diensten zoals die zijn vastgesteld in een arbeidsovereenkomst of een andere verbintenis, op uur- of dagbasis of als stukloon. Gebruik 'salarissen' voor vergoedingen die op basis van langere termijnen worden be...

2023-12-11
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Lonen

v., leanje; niet -d zijn, neat opsmite, opleverje.

2023-12-11
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Lonen

(loonde, heeft geloond), 1. vergelden, belonen: goed met kwaad lonen ; — God lone het u! ; God zal ’t u lonen! 2. straffen : het kwaad loont zijn meester; 3. opwegen tegen : dat loont de moeite niet, is de moeite niet waard.

2023-12-11
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

lonen

loonde, h. geloond (loon geven voor verrichte arbeid of bewezen dienst; vergoeden; vergelden): de arbeid lonen naar verdienste; 't loont de moeite (niet); iets met ondank lonen.

2023-12-11
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

lonen

(loonde, heeft geloond) 1. (als) loon voor iets geven : iemand naar verdienste, met ondank -; goed met kwaad -; God lone het u ! -de arbeid. Syn. → belonen. 2. vergelding geven, straffen: het kwaad loont zijn meester. 3. op wegen tegen, goedmaken: dat loont de moeite wel, niet.

2023-12-11
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

lónen

de ontledingsproducten van electrolyten, die zich naar de positieve of negatieve pool begeven als door de oplossing een electrische stroom gaat (Faraday) of zich ook zonder zulk een stroom vrij in de oplossing bevinden (Clausius-Arrhenius), en door de stroom in de richting van die electrode worden bewogen, tot welke zij worden aangetrokken (electro...

2023-12-11
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

lonen

(loonde, heeft geloond), 1. vergelden, belonen: goed met kwaad God lone het u!; God zal het u lonen!, dankbetuiging; 2. straffen: het kwaad loont zijn meester; 3. opwegen tegen: dat loont de moeite niet, is de moeite niet waard,