Lintbebouwing
v., vrijwel aaneengesloten bebouwing langs hoofdwegen, terwijl de achtergelegen gronden open blijven.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., vrijwel aaneengesloten bebouwing langs hoofdwegen, terwijl de achtergelegen gronden open blijven.
Wiktionary (2019)
lintbebouwing - Zelfstandignaamwoord 1. (verkeer) (aardrijkskunde) lang uitgestrekte, aaneengesloten bebouwing langs grotere wegen, kanalen, dijken, oeverwallen of kreekruggen ♢ Als het van de Vlaamse Regering afhangt, komt er een halt aan lintbebouwing en verkavelingen die alleen met de wagen bereikb...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)
De oorspronkelijke karakteristieke bebouwingswijze van de Zaanstreek, waarbij alle woningen en bedrijfsgebouwen langs één rechte weg (dijk) staan. In de dorpen Assendelft, Westzaan, Krommeniedijk, Jisp en Wormer is de lintbebouwing nog steeds aanwezig. In groter verband kan ook een deel van de bebouwing van Zaanstad, namelijk de lijn...
Getty Research Institute (1990)
lintbebouwing - Nieuwbouw zonder plan van (meestal bedrijfs-) gebouwen die naast elkaar of aaneengrenzend zijn gebouwd en die zich in ononderbroken slierten uitstrekken aan weerszijden van een weg.
Winkler Prins (1949)
Het oprichten van gebouwen of aanleggen van beplantingen op plaatsen, welke binnen een bepaalde afstand van een weg gelegen zijn. Door de Verkeerswet tegen L. (wet van 31 Mei 1937, S. 522) is de bevoegdheid hiertoe beperkt.
M. J. Koenen's (1937)
v. (vast aangesloten bebouwing, uitsluitend langs hoofdwegen): het tegengaan van lintbebouwing.
Dr. L.M. Metz (1937)
Een regelmatige bebouwing langs de wegen, buiten de kom eener gemeente. Daar de Woningwet een bebouwing verbiedt, welke voor het verkeer ongewenscht is, heeft de bouwer zich te onderwerpen aan bijzondere bepalingen. Het gebouw mag het uitzicht van de weggebruikers niet benemen en het mag niet dicht aan den weg liggen. Zelfs wanneer een bouwvergunni...
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Vrijwel aaneengesloten bebouwing, meest met woon- of landhuizen, langs buitenwegen, terwijl de achtergelegen gronden open blijven, zoodat deze bebouwingsreeksen zich als linten door het land slingeren. In Ned. is in het moeilijk te bebouwen polderland, waar men de huizen bij voorkeur langs of op de dijken zette, een bescheiden vorm van l. sedert la...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: