Wat is de betekenis van Lint?

lint - Zelfstandignaamwoord 1. (kleding) lange, smalle strook stof ♢ De medaille hing aan een helder gekleurd lint. Uitdrukkingen en gezegden ♦ door het lint gaan alle remmingen laten varen

Lint - 'op een lint rijden': alle renners achter elkaar. In het Franse argot gebruikt men voor het peloton dat zich op deze wijze verplaatst: le serpent multicolore.

lint - zelfstandig naamwoord 1. smal bandje van zijde, fluweel of een andere stof ♢ het meisje droeg een lint in het haar 1. door het lint gaan [je zelfbeheersing verliezen, heel woedend worden] ...

lint: wanneer de coureurs wegens de hoge snelheden die gehaald worden allen dicht achter elkaar rijden op een lijn, vormen ze een soort lint, vaak langgerekt. Dit gebeurt vooral als het peloton op de kant wordt gegooid.

(het; -en) GY - een smal, bandvormig weefsel van 4-6 cm breed en max. 6 m lang, meestal van zijde en met een maximum gewicht van 35 g, bevestigd aan een stok van 50-60 cm lang van hout, bamboe, plastic of glasvezel, dat wordt gebruikt als handgereedschap bij ritmische gymnastiek. • Slangen, spiralen en worpen moeten het grootste deel van de oefenin...

Een gekleurd lint heeft iets te maken met de hechte band tussen man en vrouw. Wapperende linten symboliseren innerlijke onrust die zelfs binnen een gelukkige relatie kan ontstaan.

door het - gaan kwaad worden; zijn zelfbeheersing verliezen; dronken worden. Deze slanguitdr. is wellicht Rotterdams van origine (o.a. bij Oudenaarden 1986). Tegenw. vooral populair in jeugdige kringen. Mogelijk gevormd met de gedachte aan het doorbreken van een met lint afgesloten terrein, waarop men niet mag komen. Endt en Frerichs trekken even...

lint - Algemeen te gebruiken voor lange, dunne, platte en soepele repen van een willekeurig materiaal. Specifiek te gebruiken voor repen fijn textiel, zoals zijde, satijn of fluweel, vaak afgewerkt met een koordje langs beide randen in plaats van met een zelfkant. Wordt gewoonlijk als versiering gebruikt.

geweefde band van sy, linne; kleurband op tikmasjien; bandjie as ridderorde of ereteken.