līma
...
W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)
vijf; lima belas, vijftien; lima puluh, vijftig; -> kaki lima, stoep; -> penglima, opperbevelhebber.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
Lima - Eigennaam 1. (toponiem) naam van vele steden w.o. de hoofdstad van Peru 2. (spellingsalfabet) spelwoord van het ITU/NAVO-spellingalfabet voor de letter l Synoniemen [2] Lodewijk, Leo Zie ook lima
Dr. C. A. Backer (1936)
lima, - 1. (Lat.) vijl. Als soortnaam gebezigd voor planten, welker bladeren overeenkomst met een vijl vertoonen. 2. Latinizeering van Eng. of Fr. lime, limmetje, djeroek nipis.
drs. L.A. Beeloo (1981)
de hoofdstad van Peru. Met de voorsteden mee telt zij ruim 2,5 milj. inwoners. De stad werd dikwijls door aardbevingen geteisterd.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: