Wat is de betekenis van Liesbeth?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Liesbeth

(1984) (inf.) lesbische vrouw; pot*. • Ze vluchtte voorgoed weg uit groot Amsterdam en vestigde zich in Coevorden Daar leefde zij met een vriendin want ze zei: ‘Ik ben liesbet geworden’ Ze bedoelde natuurlijk lesbisch en da’s altijd nog beter dan hoer. (Robert Long: Omspres. 1984) • Liesbet: lesbienne. (Kristiaan L...

2024-04-29
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Liesbeth

Zie Elisabeth

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Liesbeth

Liesbeth - Eigennaam 1. (vrouwelijke naam) meisjesnaam

2024-04-29
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Liesbeth

v -> Elisabeth.