Wat is de betekenis van Lierenaar?

2024-04-30
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Lierenaar

Het begrip Lierenaar heeft 2 verschillende betekenissen: 1) iemand uit Lier. iemand die afkomstig is uit Lier in België; inwoner van Lier. 2) iemand uit De Lier. iemand die afkomstig is uit De Lier in Nederland; inwoner van De Lier.

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Lierenaar

Lierenaar - Zelfstandignaamwoord 1. (demoniem) inwoner van Lier, stad in België Felix Timmermans is een bekende Lierenaar. Woordherkomst Afgeleid van Lier met het achtervoegsel -enaar

2024-04-30
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

lierenaar

Knipmes met houten hecht Hij kwam om winterhout te kopen, en kocht een boom. En met zijn lierenaar schreef hij in de schors het enigste wat hij ooit geschreven heeft: ‘Melk den dag!’ TIMMERMANS 1966, 180. Sam.: lierenaarsmes (Met een lierenaarsmes sneed Pallieter de kurk er uit en klets daar spoot het bier er uit lijk bij een wa...

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

lierenaar

m. lierenaars (Z.-N. knipmes).

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Lierenaar

m. (-s) persoon of zaak uit Lier nl. 1. bewoner, man afkomstig van Lier. 2. lierenaar knipmes met houten hecht o. a. in Lier vervaardigd.

2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Lierenaar

LIERENAAR, m. (-s), (Zuidn.) knipmesje.