Wat is de betekenis van Lieden?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lieden

lieden - Zelfstandignaamwoord 1. een groep mensen Ik wil met die lieden niets meer te maken hebben.

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

lieden

lieden - zelfstandig naamwoord uitspraak: lie-den 1. personen, mensen (een beetje minachtend) ♢ dat kun je verwachten van zulke lieden Zelfstandig naamwoord: lie-den de lieden

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Lieden

s.pl., lju, folk (it).

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

lieden

m. mv. in de spreekt, meestal lui, Z.-N. lie (personen, mensen, soms met de bijgedachte aan het beneden zich achten): Indische lui zijn soms zonderling; arme lui; land en luiden; waren er veel lui? de oude lui, de ouders; lieden van allerlei afkomst.

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

lieden

(‘li:dә) mv. meestal bepaalde personen : twee arme voor een deur, twee sukkelaars. Syn. lui, mensen, personen.

2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

lieden

m. (mv.), personen, mensen: er waren veel jonge lieden; thans veelal enigszins minachtend: dat heb je te wachten bij zulke lieden.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

lieden

lieden zn. mv. 'mensen' categorie: erfwoord Onl. liud (ev.) 'volk', liudī (mv.) 'mensen' [beide 10e eeuw; W.Ps.]; mnl. luden 'mensen' [1200; CG II], lude 'id.' [1220-40; CG II], liede [1236; CG I], kerstinen lieden 'christenen' [1236; CG I], wilieden 'wij' [1291; CG I], ...