Wiktionary (2019)
lidmaatschap - Zelfstandignaamwoord 1. de status van iemand als lid van een organisatie ♢ Het lidmaatschap van deze vereniging is beperkt tot moedertaalsprekers van het Cherokee. Woordherkomst Afgeleid van lidmaat met het achtervoegsel -schap
Muiswerk Educatief (2017)
lidmaatschap - zelfstandig naamwoord uitspraak: lid-maat-schap 1. het lid zijn van een vereniging of kerk ♢ mijnheer Van de Vijver heeft zijn lidmaatschap opgezegd Zelfstandig naamwoord: lid-maat-schap het lidmaatsch...
M. J. Koenen's (1937)
o. idmaatschappen (1 het lidmaat zijn van een kerkgenootschap; 2 het lid zijn van een vereniging, college enz.); 1. toegelaten worden tot het lidmaatschap der Hervormde Kerk; 2. het lidmaatschap ener sociëteit; bedanken voor een of ander lidmaatschap.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o., 1. het lidmaat zijn van een kerkgenootschap; 2. het feit dat men lid is van een vereniging of college: zijn lidmaatschap opzeggen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
