levenskrachtig
levenskrachtig - Bijvoeglijk naamwoord 1. veel lichamelijke en geestelijke kracht hebben die nodig is om verder te kunnen leven ♢ Ze kneep zo hard in zijn handen dat het bijna pijn deed, en hij voelde hoe vitaal en levenskrachtig ze was. De dood van haar vader maakte uitbundigheid ongepast, maar hij vo...