Wat is de betekenis van lentedag?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

lentedag

dag in de lente. dag van het lenteseizoen; dag in de lente. Voorbeelden: De krant had een mooie zachte lentedag beloofd, maar de zon was prompt verdwenen. Koen Peeters, Acacialaan, 2001 Het was voor het eerst sinds lang een prachtige lentedag, warm zelfs, ook in de auto met de ramen open. A.F.Th. van der Heijden, Engelenpl...

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lentedag

lentedag - Zelfstandignaamwoord 1. (meteorologie) een dag in maart, april of mei Woordherkomst samenstelling van lente en dag Antoniemen lentenacht Verwante begrippen zomerdag, herfstdag, winterdag

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Lentedag

m. (-en), een dag in de lente of waarop liet zacht is als in de lente; (fig.) in onze lentedagen, in onze jeugd.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

lentedag

('lentə) m. (-en) dag (als) in de lente : in de -en, ook Fig. in de jeugd.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

lentedag

m. (-en), een dag in de lente of waarop het zacht en zonnig is als in de lente; (fig.) in onze lentedagen, in onze jeugd.