Wat is de betekenis van Leisel?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Leisel

zie LEIDSEL.

2025-07-16
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

leisel

riem, tou aan kante v/d gebit, stang van ry- of trekdier ten einde hom te beheer en stuur.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

leisel

('leisəl) o. (-s) [leidzeel] elk der beide zelen, touwen of riemen, aan weerszijden van het gebit van een paard, om het dier te leiden, te mennen.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

leisel

o. (-s), -vleidsel.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Leisel

LEISEL, LEIDSEL, o. (-s), lange lederen riemen (of touwen), waarmede de voerman de paarden ment; (zeew..) stroppen van de raas.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)