Wat is de betekenis van legator?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Legator

(Lat.), m. (-en), erflater.

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

legator

legator - Zelfstandignaamwoord 1. degene die iets bij legaat vermaakt Woordherkomst afgeleid van legaat met het achtervoegsel -ator

2025-07-17
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Legator

[Lat.] schenker bij testament.

2025-07-17
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Legator

persoon die iets bij legaat vermaakt

2025-07-17
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Legator

schenker bij uiterste wil

2025-07-17
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Lēgātŏr

ŏris, m. erflater.

2025-07-17
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

legator

(Lat.) m. erflater.

2025-07-17
Latijns-Nederlandsch Lexicon

Stephanus Axters (1937)

LEGATOR

Erfvermaker (RECHT).

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

legator

m. (Lat.) legatores; (Ned.) legatoren, legators (Lat. erflater, die een legaat gemaakt heeft).