leading
(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] toonaangevend, voornaam(st) - Uiteindelijk geldt ook voor de reddingwerker: de eigen veiligheid is het voornaamst. [alg.] leidend, (be)sturend, (be)heersend - Voor ons is de klantvraag studerend.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] toonaangevend, voornaam(st) - Uiteindelijk geldt ook voor de reddingwerker: de eigen veiligheid is het voornaamst. [alg.] leidend, (be)sturend, (be)heersend - Voor ons is de klantvraag studerend.
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. lood(werk). II. leidend; eerste, voorste, vooraanstaand, toonaangevend, voornaamste; hoofd-; leading article, 1. voornaamste artikel; 2. hoofdartikel [v. krant]; leading edge, voorrand [v. vleugel]; leading lady, leading man, eerste rol [toneel]; III. leiding.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: