Wat is de betekenis van lazerstralen?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

lazerstralen

1) (1928) (inf.) uitmaken. In de uitdrukking: 'dat lazerstraalt jou niet!' of 'wat kan jou dat lazerstralen!' • Nou ja, wat lazerstraalt dát nou! (A.M. de Jong: Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928) 2) (1901) (inf.) gooien, smijten. Syn.: besjoeren*; bonjouren*; donderen*; donderstenen*; donderstralen*; flatsen*; flikkeren*; f...

2024-04-28
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

lazerstralen

De zelfverwensing God zal mij lazerstralen! trof ik eenmaal aan. Het komt mij voor dat wij hier met een vrij jonge vorming te maken hebben, waarbij zandstralen model heeft gestaan. De letterlijke betekenis ‘met melaatsheid treffen’ is afgezwakt tot een uitroep van ongeloof, verontwaardiging enz.