Wat is de betekenis van Lappendief?

(19e eeuw, vero.) (Amsterdam, Gent, spot.) kleermaker. Zie ook: loeres* lappendief. • Ik houd mij verzekerd, dat zelfs mijn kleermaker mij een lap laken zou afsnijden, al wist ook de lappe-dief, dat ik te arm was om een knoop te betalen. (A. Gijsberti Hodenpijl: Willem van Bergen, student aan de Leydsche hoogeschool. 1842) • Maar een kle...

(Amsterdam, verouderd) smalende benaming voor een kleermaker. Heb je me dat buis van me jongen niet versnejen... je heit wat te veul door de schaar gehaald jou lappendief! (H.J. Schimmel, Dramatische Poëzy, 1856)

m. (...dieven), kleermaker die overgeschoten stukken voor zich behoudt.

m. (...dieven) kleermaker die overgeschoten lappen voor zich houdt.