Wat is de betekenis van langdurig?

langdurig - Bijvoeglijk naamwoord 1. een lange tijd durend. ♢ Het was een langdurige periode van regenval. Woordherkomst Samenstellende afleiding van lang en duur met het achtervoegsel -ig Synoniemen eeuwenlang

langdurig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: lang-du-rig 1. wat een hele tijd duurt ♢ we hebben langdurig met elkaar gebeld Bijvoeglijk naamwoord: lang-du-rig ... is langduriger dan ... ...

aanhoudend.

adj. & adv., lang; een — werk in drege put, in dreech karwei.

...

bn. bw. (-er, -st), 1. bn., van lange duur, lang durende of geduurd hebbende: een langdurige koude; een langdurige ziekte; 2. bw., (w. g.) gedurende geruime tijd.

bn. (lang van duur): een langdurig onderhoud, een langdurige ziekte.

(lang'du:rəch) bn. en bw. (-er, -st) een lange tijd durend : een verblijf; een -e ziekte; klagen. Syn. →: aanhoudend.

Adjectief: langdurig, lang, breed, geruim, slepend, gerekt, langlopend, aanhoudend, ononderbroken, tijdrovend, polychronisch ..kronisch), gelijkdurig, isochronisch ..kronisch), tonisch. een geslagen uur, urenlang, stondenlang, dagenlang, wekenlang, maandenlang, jarenlang, annaal, eeuwenlang, zesurig, zevenurig, achturig..., dubbeldaags, mee...