Wat is de betekenis van landziekte?

2024-04-26
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

landziekte

(de), (veroud.) ziekte met verschijnselen als bij beriberi en wellicht met deze ziekte identiek. Het water ofte de Lantsiekte, is na mijn oordeel over het Volck gekomen van d’ongesonde en slappe kost, waer mede haer d’arme dienstboden hebben moeten behelpen, door gebreck van goede Heeren en Meesters in dat rouwe Landt ( ) (Warren 1669:...

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Landziekte

v., 1. ziekte aan een land bijzonder eigen; 2. ziekte die het gehele land teistert, epidemie. 3. (Zuidn.) heimwee.

2024-04-26
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Landziekte

Inheemsche ziekte, endemische ziekte. Ziekte, die in een bepaald land vaak voorkomt, zooals krop in Zwitserland en moeraskoorts in Noord-Holland.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

landziekte

('lant) v. 1. ziekte eigen aan een land. 2. ziekte die het gehele land aantast. Syn. epidemie. 3. heimwee naar zijn land.

2024-04-26
Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Landziekte

In ‘Een onpartijdige Beschr. van Surinam’, Amst. 1669 spreekt George Warren van ‘het water, 't welcke men daer de Landtsieckte noemt.’ ‘Het Volck - zoo vervolgt hij - was in den eersten geweldigh daer mede gequelt, maer ick gelove dat het meer toe quam bij de slechte huysinge en d'elendige kost, als bij d...

2024-04-26
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Landziekte

z.n.v. 1. Ziekte, aan welke men onderworpen is, wanneer men aan de luchtgesteldheid of leefregel van een vreemd land nog ongewoon is. 2. Het heimwee aan boord van onbevaren matrozen, waardoor zy zich moedeloos, traag, verveeld gevoelen, en langzaam aan het werk worden.

Gerelateerde zoekopdrachten