lakijfe, lakeive, lekijver
(19e eeuw) (Barg.) meisje, vrouw. Syn.: frommes*; gries (grieze)*; kokkel*; nafke*; niese*. • Lakeive (een—), eene vrouw. (Onze volkstaal. 1890) • Lakeive, (barg.), eene vrouw. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899) • Lakijfe (lekijve): beminde, vrouw. (Köster H...