lage
lage - Bijvoeglijk naamwoord 1. verbogen vorm van de stellende trap van laag
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
toestand, stand; positie; ligging, houding; laag; helling; eine mißliche Lage, een netelige positie; Herr der Lage sein, de toestand beheersen; in der Lage sein, in staat zijn, in de gelegenheid zijn; nach Lage der Verhältnisse, in verband met, al naar de toestand; eine Lage Papier, een katerntje papier; eine Lage Bier schmeißen, e...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: