Ladderstoel
m. (-en), getimmerte, stoel die aan de sport van een ladder wordt gehangen en dan een horizontaal vlak biedt om een steigerplank op fce leggen ; ook dakstoel genaamd.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), getimmerte, stoel die aan de sport van een ladder wordt gehangen en dan een horizontaal vlak biedt om een steigerplank op fce leggen ; ook dakstoel genaamd.
Jozef Verschueren (1930)
m. (-en) stoel, horizontaal getimmerte dat men aan de sport van een ladder hangt om er op te zitten enz.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-en), (ook: dakstoel), getimmerte dat aan de sport van een ladder wordt gehangen en dan een horizontaal vlak biedt om een steigerplank op te leggen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: