Wat is de betekenis van Laadje?

2024-04-30
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Laadje

Laadje, (B. *-N), o. (-s), kleine lade; (fig.) aan het - zitten, de beschikking over geld hebben; zich zelven het meest bevoordeelen.

Gerelateerde zoekopdrachten