Wat is de betekenis van kwistig?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kwistig

kwistig - Bijvoeglijk naamwoord 1. op lichtzinnige wijze verbruikend Mensen in westerse landen zijn veel te kwistig in hun watergebruik. 2. royaal gevend De staatsloterij was kwistig met het prijzengeld deze week. Woordherkomst Naamwoor...

2024-04-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kwistig

vrygewend; verkwistend.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kwistig

adj. & adv., rij.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kwistig

bn., bw. (zeer mild; ongunstig: verkwistend): met kwistige hand, zeer ruim, zeer mild; ergens kwistig mee omgaan.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kwistig

('kwistəch) bn. en bw. (-er, -st) 1. verkwistend: ergens mee omgaan; een gunst waar zij niet mee was. 2. zeer mild: met -e hand uitdelen.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kwistig

bn. en bw. (-er, -st), mild, royaal, onbekrompen gevend: met iets zijn; de lof hem zo — toegezwaaid; met kwistige hand uitdelen.

2024-04-27
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)