kwispel
kwispel - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwispelen ♢ Ik kwispel 2. gebiedende wijs van kwispelen ♢ kwispel! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwispelen ♢ kwispel je?...
Wiktionary (2019)
kwispel - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwispelen ♢ Ik kwispel 2. gebiedende wijs van kwispelen ♢ kwispel! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwispelen ♢ kwispel je?...
Jozef Verschueren (1930)
('kwispəl) m. (-s; -tje) [~ kwast] 1. a. Algm. bundeltje varkensborstels aan een steel bevestigd: met een het huis witten. b. Inz. wijwaterkwast. 2. Uitbr. tuchtzweep, gesel.
J.H. van Dale (1898)
KWISPEL, m. (-s), harig uiteinde van een staart; — kwast, wijwaterkwast; poederkwast; — dunne roede; geesel; (fig.) losbol.
I.M. Calisch (1864)
Kwispel, m. (-s), harig uiteinde van eenen staart; kwast, wijkwast; witkwast; poederkwast. *-BIES, v. (...zen), soort bies. *-EN, bw. ow. gel. (ik kwispelde, heb gekwispeld), met eenen kwast strijken; met den staart slaan, - strijken, - spelen; met eene scherpe roede slaan. *-STAARTEN, ow. gel. (ik kwispelstaartte, heb gekwispelstaart), met den s...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: