Wat is de betekenis van kwijlen?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kwijlen

(18e eeuw) (inf.) zeurderig praten. • Jy sout drie maanden aan malkaar knoopen, met kwijlen, en snappen, ... (Hendrik van Halmael: De panlikker. Blyspel. 1704) • Want, wat deze wereld, wat deze maatschappij tot zulken ergerlijken chaos maakt, zijn schuld is het: hij laat betijen, hij bekommert zich om niets, hij voelt zich volmaakt tevre...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kwijlen

kwijlen - Werkwoord 1. een vloed van speeksel dat uit de mond loopt De hond kwijlde bij het zien van het voedsel.

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kwijlen

kwijlen - regelmatig werkwoord uitspraak: kwij-len 1. speeksel uit je mond laten lopen ♢ de baby kwijlt Regelmatig werkwoord: kwij-len ik kwijl jij/u kwijlt ...

2024-04-29
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

kwijlen

(kwijlde, heeft gekwijld), kanten, vierkant kappen (boomstam). Ba Josen was sterk toen hij jong was. Niemand kon de grote zaag zo trekken als hij, niemand zo goed hout kwijlen (Hijlaard 13). - Etym.: Vgl. S kweri (van E to square) = id. Oudste vindpl. Spalberg 1899; 1979: 85. P.F. Roos (1804, cit. volgens Lichtveld & V. 207) schrijft kweelen, T...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kwijlen

v., flybje; -d, fliberich.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kwijlen

kwijlde, h. gekwijld (zeveren; zeuren, zaniken): het tanden krijgend kind doet niets dan kwijlen.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kwijlen

(kwijlde, heeft gekwijld) kwijl laten lopen, zeveren: een kindje met een -de mond.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kwijlen

(kwijlde, heeft gekwijld), (ook: zeveren), kwijl uit de mond laten lopen.