kwasterig
verwaand; nukkerig.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (ingebeeld, verwaand, zonderling b.v. in kleding): een kwasterig jongmens; zich kwasterig aanstellen.
Jozef Verschueren (1930)
('kwastərəch) bn. en bw. (-er, -st) zich gedragend) als een kwast: een heertje; zich aanstellen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: