Wat is de betekenis van kwaadwillig?

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kwaadwillig

kwaadwillig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: kwaad-wil-lig 1. bedoeld om te benadelen of te kwellen ♢ dat verhaal is een kwaadwillig verzinsel Bijvoeglijk naamwoord: kwaad-wil-lig ... is kwaadwilliger dan ......

2024-04-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kwaadwillig

verkeerd gesind; met slegte bed ding.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kwaadwillig

1. bn., bw. (het kwaad willende, onwillig tot het goede, wederstrevend): kwaadwillige werkstakers; kwaadwillige verlating, rechtst. „het zonder wettige oorzaak verlaten van den enen echtgenoot door den anderen”; 2. kwaadwillige, m. kwaadwilligen (O.-I. opstandeling inz. van Atjehers gezegd): twee kwaadwilligen werden neergelegd.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kwaadwillig

(kwa:t'willəch) bn. en bw. (-er, -st) 1. met kwade wil bezield: een -e jongen; gezind; -e opmerkingen; beschuldigen. 2. Recht, zonder wettige oorzaak geschiedend: -e verlating (van een echtgenoot of echtgenote).

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kwaadwillig

bn. en bw. (-er, -st), 1. kwalijk gezind, kwaad zoekende te doen of te berokkenen; 2. uit slechte gezindheid voortspruitend of daarvan blijk gevend: kwaadwillige verzinsels; kwaadwillige beëindiging van de arbeidsovereenkomst, waarbij een ongeoorloofd doel wordt nagestreefd.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)