kus mijn kloten
(begin 20e eeuw) (Vlaanderen, plat) als weigering om iets te doen: je kunt de pot op; ik doe het niet. Syn.: kus mijn gat*; mijn poeperd*; mijn botten*; mijn kont*; mijn oor*. • Da's goed, en kus mijn kloten. (Gerard Walschap: Nieuw Deps. 1961) • “Kus mijn kloten,” zei hij en keerde mij de rug toe. (Clem Schouwenaars: Baldria...