Wat is de betekenis van kuren?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kuren

kuren - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kuur

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kuren

s.pl., faksen, fratsen, gridzen, oanslaggen.

2024-04-29
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Küren

(kürte, kor; gekoren), kiezen.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kuren

(kuurde, heeft gekuurd), (w. g.) I.kuren krijgen of uithalen. II. (gew.) aan een kuur vastzetten. III. een kuur doen.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kuren

('ku:rən) (kuurde, heeft gekuurd) 1. [→ kuur I] een gezondheidskuur doen. 2. [→ kuur II] W. g. kuren krijgen, hebben : hij begint te -.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kuren

KUREN, (kuurde, heeft gekuurd), gluren, pink-, knipoogen.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)