Wat is de betekenis van kuchen?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kuchen

kuchen - Werkwoord 1. kort en zacht hoesten kuchen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kuch

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kuchen

kuchen - regelmatig werkwoord uitspraak: ku-chen 1. een beetje hoesten met een kort en droog geluid ♢ hij loopt de hele dag te kuchen Regelmatig werkwoord: ku-chen ik kuch jij/u kucht...

2024-04-28
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Kuchen

(ww.), herhaald kort en droog hoesten.

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kuchen

v., kuche, kochelje; — en schrapen, himme, brimme, knigge.

2024-04-28
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Kuchen

cake, tulband, taart; koek (ook v. metaal enz.); englischer Kuchen, Engelse cake; ja, Kuchen!, het mocht wat!, morgen brengen!

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kuchen

(kuchte, heeft gekucht), (herhaaldelijk) kort en droog hoesten, hetzij tengevolge van een prikkeling in de keel of als iets ziekelijks, hetzij om iemands aandacht te trekken.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kuchen

kuchte, heeft gekucht; kort en droog hoesten: de oude grijsaard zat te kuchen.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kuchen

('kuchən) (kuchte, heeft gekucht) kort en droog hoesten.