krukken
1) (19e eeuw) (schaatsen) over het ijs stuntelen; krabbelen. Volgens het WNT wordt dit werkwoord gebruikt voor ' sukkelen, knoeien, en derg.' Kijk ook onder kruk*. • (Max Dohle: Over één nacht ijs. Een schaatsalfabet. 2004) 2) (1991) (marine) zwaar arrest of gevangenisstraf te Nieuwersluis. • Krukken. Zwaar a...