Wat is de betekenis van Kruiwagen?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kruiwagen

(2005) (inf.) bepaald seksueel standje (zie citaat). • De nogal kinky ‘kruiwagen’ (hij staand, zij steunend op haar handen) is, als we de respondenten mogen geloven, eveneens een graag gepraktiseerde positie. Maar liefst een kwart van de stellen die minder dan tien jaar bij elkaar zijn heeft het weleens op die manier gedaan. (HP/ D...

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kruiwagen

kruiwagen - Zelfstandignaamwoord 1. een éénwielige kar met twee lange handgrepen voor het transport van zware, meestal losse lading 2. (figuurlijk) iemand die een persoon aan een baan helpt Woordherkomst samenstelling van krui(werkwoord) en wagen

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kruiwagen

kruiwagen - zelfstandig naamwoord uitspraak: krui-wa-gen 1. bak met één wiel om dingen mee te vervoeren ♢ hij bracht het zand met een kruiwagen achter het huis 2. iemand met veel invloed die je helpt om iets te bereiken...

2024-04-28
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

kruiwagen

kruiwagen - Met de hand aangedreven voertuigen, meestal voorzien van een ondiepe, open bak, een wiel of wielen vooraan en twee steunen zonder wielen achteraan, die worden opgetild en voortgeduwd met behulp van twee horizontale stangen die uitsteken aan de achterkant.

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kruiwagen

s., kroade; (voor mest) (mjuks)kret (it); (voor zand en grint) pipegael; een -vol, in kroadfol.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kruiwagen

m. (-s), 1. (eig.) lage bakwagen met twee bomen waartussen zich van voren één wiel bevindt waarop hij rijdt, terwijl van achteren tussen de met de handen op te tillen uiteinden van die bomen de persoon loopt die de wagen voortduwt, gebruikt voor het vervoer over kleine afstanden van aarde, mest enz.; zonder zijwanden en met hoge voorp...

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kruiwagen

m. -s; kruikar, voertuig met één wiel en met twee handbomen; fig. voorspraak, voorthelper); een kruiwagen (of: goede kruiwagens) hebben, iem., die ons voorthelpt, steunt, vooral bij het dingen naar een betrekking.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kruiwagen

('krui) m. (—s) 1. Eig. lage handwagen, met een wiel en twee handbomen, om iets te kruien. 2. Metf. voorspraak vooral bij het dingen naar een betrekking: jouw vriend moet goede -s hebben.