kruiselings
...
Van Dale Uitgevers (1950)
I. bw., zó dat er een kruis wordt gevormd, overkruis, kruisgewijs, kruisvormig: met de benen kruiselings over elkander geslagen zitten ; kruiselings gerangschikt. II. bn., een kruis of kruisen vormend.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
kruiselings - Bijvoeglijk naamwoord 1. twee lijnen die elkaar kruisen in de vorm van een kruis ♢ Een pictogram met kruiselings een mes en een vork is het teken voor een restaurant. ♢ Bestrooi de zalmfilet rondom licht met zout en peper. Snijd de zalm in stukken van...
Muiswerk Educatief (2017)
kruiselings - bijwoord uitspraak: krui-se-lings 1. zo dat het een het andere kruist ♢ ze sloeg haar benen kruiselings over elkaar Bijwoord: krui-se-lings
M. J. Koenen's (1937)
bw., bn.; kruisvormig; als, bij wijze v. e. kruis: de benen kruiselings over elkaar geslagen; de kruiselingse straatjes van het dorpje, elkaar kruisend; ook: kruislings.
Jozef Verschueren (1930)
(’kruisәlings) bn. en bw. 1. als een kruis, in de vorm van een kruis : de benen over elkander slaan. 2. zich kruiselings snijdend : een geschrap van schaatsen. Tgst. evenwijdig.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: