Wat is de betekenis van Kruisbeuk?

2024-04-30
ABC van de kunst

Douwe Brongers & Désirée Raemaekers (2004)

Kruisbeuk

Zie transept.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kruisbeuk

m. (-en), elk der beuken van het dwarsschip van een kruiskerk, ook wel het gehele dwarsschip, transept.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kruisbeuk

v. -en; beuk met een grondvorm als een kruis.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kruisbeuk

m. (-en) kerkbeuk waarvan de grondvorm een kruis is.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kruisbeuk

m. (-en), transept, elk van de beuken van het dwarsschip van een kruiskerk, ook wel het gehele dwarsschip.

2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten