Kruimel
v. (-s, -en), 1. klein afgebroken stukje, korreltje van een min of meer brokkelige stof, inz. van brood en soortgelijke spijzen: kruimels van brood, beschuit, aardappels, koek enz.; — (spr.) de (brood)kruimels steken hem, hij kan de weelde niet verdragen, hij wordt te overmoedig, brooddronken; 2. (bij uitbr.) klein stukj...