Wat is de betekenis van Kropaar?

2024-04-29
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

KROPAAR

(Dactylis glomerata; Z.V1.: knobbeltjesgras; W.: ezelsgos). Forse polvormende grasplant met sterk afgeplatte stengel en blauwgroene matte kleur. Komt overal zeer algemeen voor in graslanden en vooral ook in gemaaide wegbermen, dijktaluds e.d.

2024-04-29
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Kropaar

Dactylis glomerataL., is een landbouwkundig vrij belangrijk gras.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kropaar

s., knopgers (it), hounepôllegers (it), hounepôllen, pl.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kropaar

v., grassoort uit de groep der zwenkgrassen (Dactylis glomerata) met aartjes in proppen, tot een eenzijdige pluim verenigd, veel in boomgaarden.

2024-04-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Kropaar

(Dactylis glomerata), plant uit de fam. der Grassen*. Kan tot 1 m hoog worden. Aartjes aan de pluim in dichte kluwens bijeen. Langs wegen en in weilanden zeer algemeen.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kropaar

v.; grassoort; Lat. dactylis glomerata.

2024-04-29
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Kropaar

→ Dactilis.

2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Kropaar

(Dactylis), een plantengeslacht van de familie der grassen. Algemeen bekend is D. glomerata, een tot 1 1/4 m hoog voedergewas, dat weilanden en akkerranden bedekt. In boschrijke streken voelt D. aschersoniana zich meer thuis.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kropaar

('krop) v. voedergras met aartjes in kleine kluwens, tot een eenzijdige pluim verenigd (Dactylis glomerata).